Publicaties Pensioenakkoord samengevat

Pensioenakkoord samengevat

12 Juni 2020 zijn sociale partners en het kabinet tot een akkoord gekomen inzake de uitwerking van het pensioenakkoord dat in 2019 gesloten is. Het pensioenakkoord ziet toe op een geheel nieuw pensioenstelsel.

De grote lijnen zijn nu uitgezet en de details moeten nog verder uitgewerkt worden. Hieronder vatten wij samen wat er op dit moment bekend is.

Pensioenregelingen

DB-regelingen (middelloon, eindloon) zijn na 2026 waarschijnlijk niet meer toegestaan. Er zijn enkel nog premieregelingen mogelijk. Daarbij zijn er twee typen regelingen die uitgevoerd kunnen worden:

  • Verbeterde premieregeling
  • Nieuwe pensioencontract

Voor beide regelingen zal een gelijkblijvend premiepercentage van toepassing zijn (en dus niet meer een met de leeftijd stijgend percentage). Dit premiepercentage wordt fiscaal gemaximeerd op (waarschijnlijk) 33% van de pensioengrondslag en zal periodiek (waarschijnlijk eens in de vijf jaar) worden herzien.

Uiterlijk 1 januari 2026 moeten alle pensioenuitvoerders hun pensioenregeling hebben aangepast.

Verzekeraars en premiepensioeninstellingen

De overgang naar een gelijkblijvend premiepercentage leidt voor oudere werknemers tot een achteruitgang en zij zullen hiervoor gecompenseerd moeten worden. Deze compensatie kan vrij fors zijn en om die reden is thans afgesproken dat bestaande werknemers hun huidige DC-regelingen mogen voortzetten (mits die regelingen uitgevoerd worden door een verzekeraar of premiepensioeninstelling). Het is de vraag of dit een goede zaak is, aangezien dit leidt tot een onderscheid tussen bestaande werknemers en nieuwe werknemers. Bovendien het in de lucht houden van verschillende regelingen kostenverhogend werken voor de uitvoerders. Tevens kan dit een belemmering vormen voor werknemers om van baan te wisselen.

Compensatie bij overgang 

Deelnemers moeten in geval van nadeel adequaat worden gecompenseerd. Zij moeten persoonlijk inzicht krijgen in de hoogte van hun te verwachten pensioen vóór en na de overstap. De werkgever laat (in samenwerking met het pensioenfonds) daarbij zien welke maatregelen zijn genomen om te compenseren.

Kenmerken nieuwe pensioencontract

In het nieuwe pensioencontract is er geen sprake meer van toegezegde pensioenaanspraken, maar belegd vermogen. Iedere deelnemer heeft zijn eigen beleggingspotje. Die potjes worden echter niet individueel belegd, maar collectief. Via een nader te bepalen verdeelsleutel wordt het collectieve rendement (dat overigens ook negatief kan zijn) verdeeld over de afzonderlijke potjes van de deelnemers. Er zullen daarbij twee verschillende verdeelsleutels gehanteerd worden: de mate van renteafdekking en de mate van rendement. Jongere deelnemers kunnen relatief meer risico lopen dan oudere deelnemers en daarom zal voor jongeren een lagere renteafdekking en een hogere mate van beleggingsrisico van toepassing zijn.

Ook als een deelnemer pensioneert, blijft hij beleggen. Er wordt dan jaarlijks vastgesteld aan de hand van zijn beleggingspotje en een projectierendement hoe hoog zijn of haar uitkering dat jaar zal zijn. Om grote fluctuaties te voorkomen in de lopende uitkering, mogen rendementen (positief en negatief) over maximaal 10 jaar uitgesmeerd worden.

Solidariteitsreserve pensioenakkoord

Naast alle individuele beleggingspotjes van de deelnemers wordt er een nieuwe reserve geïntroduceerd: de collectieve solidariteitsreserve. Dit is collectief (i.e. niet individueel toebedeeld) vermogen dat wordt gevuld door premies en/of overrendement. Deze reserve is begrensd qua grootte (waarschijnlijk 15% van het totale vermogen) en heeft tot doel om risico’s te delen. De wijze waarop gelden worden gedoteerd en onttrokken aan deze reserve dient nog verder te worden uitgewerkt, maar het bestuur van het pensioenfonds zal hier een discretionaire inspraak op hebben. Waarschijnlijk kan maximaal 10% van de premie of 10% van het overrendement gedoteerd worden aan de solidariteitsreserve.

De volgende afspraken zijn gemaakt om uitkeringen te stabiliseren:
• Het (beleggings)risico neemt met de leeftijd af.
• Mee- en tegenvallers kunnen gespreid worden in de tijd.
• Tegenvallers kunnen verder gedempt worden met de solidariteitsreserve.

Het nieuwe pensioencontract bevat dus een hogere mate van risicodeling en solidariteit dan de verbeterde premieregeling.

Invaren

Over het inbrengen van bestaande aanspraken in het nieuwe pensioencontract is veel discussie geweest. Er is nu overeengekomen dat bestaande aanspraken in beginsel worden omgezet en ingebracht, tenzij het pensioenfonds een goede motivatie heeft om dit niet te doen. Het is derhalve niet verplicht. Een goede reden kan zijn dat invaren leidt tot onevenwichtige uitkomsten voor de deelnemers. Over de wijze waarop bestaande aanspraken ingebracht kunnen worden (en hoe deze dan gewaardeerd worden) is nog geen duidelijkheid. Ook is niet duidelijk wat er moet gebeuren met de aanspraken die niet ingevaren worden.

Vervolgstappen

De betrokken partijen bespreken de uitwerking van het pensioenakkoord met hun achterban. Daarna wordt die uitwerking vastgelegd in een “hoofdlijnnotitie”. Die notitie stuurt Minister Koolmees voor de zomer naar de Tweede Kamer.

Wil je samenwerken met Triple A?

Spreken onze thema’s jou aan en is onze cultuur precies wat je zoekt? Kijk dan eens bij onze vacatures. Wij zijn altijd op zoek naar talent!

Gekoppelde diensten
Actuariële berekeningen

Triple A onderscheidt zich in actuariële expertise. Ons advies en onze uitvoering zorgen voor procesverbetering en ondersteunen strategische besluitvorming.

Bekijk
Neem contact met mij op

© 2024 AAA Riskfinance. Alle rechten voorbehouden.